Informatie
Darmkanker
Darmkanker is een kwaadaardige tumor in de dikke darm. In Nederland krijgt ongeveer 1 op de 20 mensen in zijn of haar leven de diagnose darmkanker. Jaarlijks overlijden er 5.000 mensen aan deze ziekte. Daarmee is het de op één na meest voorkomende vorm van kanker waar Nederlanders aan overlijden.
Wat is het?
Bij kanker is de celdeling in het lichaam verstoord. De cellen die door deze verstoorde celdeling ontstaan, hebben geen nut en hopen zich op. Bij darmkanker gebeurt dat in de darmen. Ze vormen een kwaadaardig gezwel, ook wel een tumor of kanker genoemd. Kanker kan op meerdere plekken in de darm ontstaan. Ongeveer 70% ontstaat in de laatste delen van de dikke darm, waarvan weer een derde in het allerlaatste deel: de endeldarm.
Oorzaken van darmkanker
Er zijn meerdere factoren die een rol spelen bij het ontstaan van darmkanker. Darmkanker ontstaat uit poliepen. Een poliep is een goedaardige voorloper van darmkanker, een soort 'pukkel' die op den duur kan uitgroeien tot een kwaadaardig gezwel. Bij een kleine groep is er een erfelijke aanleg voor darmkanker. In die families komt darmkanker veel vaker voor dan in andere families. Daarnaast spelen omgevingsfactoren bij het ontstaan van alle vormen van darmkanker een grote rol. Met omgevingsfactoren bedoelen we onder andere ons voedingspatroon en onze leefstijl.
Rust of Bewegen
Wie ziek is, moet zijn lichaam rust gunnen, dat is beter voor het herstel: lange tijd was dat de heersende medische opvatting. Dat idee begint te kantelen nu wetenschappelijk bewijs precies het tegenovergestelde aantoont. Lichaamsbeweging werkt niet alleen preventief, door het risico op tal van ziekten en kwalen te verkleinen, het heeft ook een helend effect op wie al ziek is. Soms blijkt fysieke activiteit zelfs effectiever dan een medicijn.
https://tegenkracht.nl/nieuws/sporten-om-je-ziekte-te-doorstaan/
Contact houden en een gesprek voeren
Vind jij het lastig om met de situatie om te gaan. Weet dan dat je niet de enige bent!
Hieronder wat tips om het jezelf wat makkelijker te maken - vanuit kanker.nl
Veel mensen vinden het moeilijk om een gesprek te beginnen met iemand die ziek is. Ben je van nature niet zo'n prater? Dan is het extra moeilijk om het over een ingrijpende ziekte als kanker te hebben. Toch vinden de meeste mensen het fijn als je er 'gewoon' over praat.
Een aantal tips om een gesprek te voeren en contact te houden:
- Bedenk dat iemand met kanker niet altijd de energie heeft voor sociale contacten
- Opmerkingen als 'Wat zie je er goed uit!' zijn goed bedoeld. Maar ze kunnen voor iemand die ziek is en zich misschien niet goed voelt vervelend zijn.
- Het is niet erg om onzeker te zijn; je kunt duidelijk maken dat je niet goed weet wat je moet zeggen.
- Wees niet bang om initiatief te nemen. Je kunt laten weten dat je graag contact wilt, zonder dat je jezelf opdringt. Bijvoorbeeld via een app, mail of kaart.
- Je kan het gesprek beginnen door te vragen: 'Wil je het erover hebben?'
- Door te vragen hoe het bijvoorbeeld vandaag met iemand gaat, kun je de vraag 'Hoe gaat het met je?' minder beladen maken
- Kanker verandert iemands leven, plannen en verwachtingen van de een op de andere dag. Bedenk dat iemand boos en opstandig kan zijn en gun hem of haar de tijd.
- Luister aandachtig naar het antwoord als je een vraag hebt gesteld - Als degene zegt dat het goed gaat, ben je dan bewust dat het goed gaat naar omstandigheden.
- Soms heeft de ander even geen behoefte om te praten. Samen zijn, een gebaar, blik of aanraking kan al veel goed doen.
- Ga samen iets doen dat past bij de lichamelijke conditie van iemand die ziek is
Uitleg over dikkedarmkanker en genezing
Ja. Hoe vroeger dikkedarmkanker wordt ontdekt, hoe groter de kans op volledige genezing. Dikkedarmkanker geeft meestal geen klachten in het begin waardoor de ziekte vaak pas laat ontdekt wordt.
De 5 jaars overleving hangt af van het stadium waarin de kanker wordt ontdekt en behandeld. Kankers opgespoord door deelname aan het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker worden vaker in een vroeg stadium gedetecteerd vergeleken met kankers bij niet-deelnemers. Het bevolkingsonderzoek slaagt er dus in om kanker vroegtijdig op te sporen, met een betere overleving en minder ingrijpende behandelingen tot gevolg.
- Van de mensen waarbij deze kanker heel vroeg ontdekt wordt(stadium I), overleeft 96%.
- Van de mensen waarbij deze kanker later ontdekt wordt (stadium II), overleeft 88%.
- Van de mensen waarbij deze kanker nog later ontdekt wordt (stadium III), overleeft 73%.
- Van de mensen waarbij deze kanker pas heel laat ontdekt wordt (stadium IV), is vijf jaar later nog slechts 19% in leven.
[Cijfers, Vlaanderen, 2011-2015, bron BCR].
Hoe kleiner het kankergezwel, hoe groter de kans op genezing. Daarom is het belangrijk om er snel bij te zijn. In het begin heb je meestal geen klachten. Daardoor wordt de ziekte vaak pas laat ontdekt.
Stadiumverdeling (TNM classificatie) die artsen gebruiken om de fase van de kanker te beschrijven.
De behandeling is erg verschillend naargelang het stadium waarin de kanker zich bevindt:
- Stadium 0: kanker 'in situ'. Dit is een mogelijke kanker in wording, bv. een grotere poliep (voorloper van dikkedarmkanker) met onrustige, maar meestal goedaardige cellen. Dit heet dysplasie. Het gaat hier dus om een voorloper van kanker. Poliepen kunnen bijna altijd verwijderd worden tijdens de coloscopie. In het labo wordt de verwijderde poliep onderzocht op de aanwezigheid van kwaadaardige cellen. Als een poliep kwaadaardige cellen heeft, spreken we van dikkedarmkanker. De behandeling hangt dan af van het type poliep, de grootte en de plaats waar hij werd gevonden.
- Stadium I: de kanker beperkt zich tot de darmwand zelf (het slijmvlies of de spierwand van de dikke darm) en is dus nog niet door de darmwand heen gegroeid. Er zijn geen uitzaaiingen. Soms volstaat het in dit stadium om de poliep te verwijderen tijdens de coloscopie. Na onderzoek van de poliep in het labo, is er soms een aanvullende operatie nodig. Als de tumor te groot is en niet tijdens de coloscopie kan verwijderd worden, wordt deze operatief verwijderd. Bij stadium I is er meestal geen aanvullende behandeling zoals chemotherapie nodig.
- Stadium II: de kanker is wel door de darmwand heen gegroeid, maar niet uitgezaaid naar de lymfeklieren. In dit stadium is wel een operatie vereist om de tumor weg te nemen. De behandeling die volgt is afhankelijk van het soort tumor. Chemotherapie kan nodig zijn.
- Stadium III: de kanker is uitgezaaid in de lokale lymfeklieren, maar niet naar verder gelegen lymfeklieren of andere organen. Een operatie en behandelende chemotherapie zijn nodig.
- Stadium IV: de kanker is uitgezaaid naar verder gelegen lymfeklieren en/of andere organen/weefsels in het lichaam (meestal in de lever, lymfeklieren of longen). De behandeling voor een stadium IV dikkedarmkanker is afhankelijk van het aantal uitzaaiingen en de lichamelijke conditie en wordt besproken met de behandelende arts.